Dit rijksmonument is een van de laatste restanten van de beroemde Bredase verdedigingswerken. Bovendien is het qua omvang en constructie van een type dat in Nederland nergens meer voorkomt. Het uit rode baksteen opgetrokken bomvrije ‘reduit’ stond vanaf 1843 op het vooruitgeschoven lunet B. Tezamen met lunet A moest dit de stad Breda na de afscheiding van België bescherming geven (het zgn. ‘Antwerpse front’). Het bouwwerk bestond oorspronkelijk uit een vleugel met drie mortierkazematten (geschutsruimten) en een vleugel met twee kanonkazematten, en daartussen een kruitmagazijn.
Na de slechting van de vestingwerken tussen 1868 en 1876 kregen de beide lunetten een ‘burgerlijke’ bestemming. Lunet A fungeerde tot de sloop in 1914 als petroleumopslagplaats. Lunet B werd gebruikt als mestvaalt van de gemeentereiniging. Toen de omliggende gracht met vuilnis was gevuld, bleef alleen het zwaar gehavende reduit over. Dit werd later gebruikt als zoutopslag. Met name door die laatste bestemming zijn de metersdikke muren ernstig aangetast.
Bij de restauratie is voor een unieke conserveringsmethode gekozen. Het bestaande metselwerk is geïnjecteerd met een hardende substantie om verdere aantasting door de zoutrestanten te voorkomen. Daarna is er een grotendeels glazen overkapping overheen gebouwd, zodat de kazemat goed zichtbaar blijft. In het glazen gebouw is kantoorruimte gecreëerd.
Lunet B werd gerestaureerd onder begeleiding van: architecten Rothuizen van Doorn ’t Hooft – architecten. Zij waren bovendien de eerste gebruikers.
Sinds medio 2016 is Lunet B in gebruik door INOS – een overkoepelende onderwijsorganisatie in Breda.